|
Gezinslast:
|
De werkgever moet op het bedrag van de bedrijfstoeslag een
inhouding verrichten.
Deze inhouding is gelijk aan 6,5% van het totaal bedrag van het SWT : werkloosheidsuitkering + bedrijfstoeslag (wettelijke en eventueel extrawettelijke). Deze inhouding mag wel niet tot gevolg hebben dat het globaal bedrag van het SWT (werkloosheidsuitkering + bedrijfstoeslag) lager is dan (situatie van toepassing vanaf 1 mei 2024):
1.814,34 EURO voor de werkloze met bedrijfstoeslag zonder gezinslast ;
2.185,40 EURO voor de werkloze met bedrijfstoeslag met gezinslast.
Wordt beschouwd als werknemer met gezinslast :
1° De werknemer die gehuwd is en samenwoont met zijn echtgeno(o)t(e) die geen
beroeps- of vervangingsinkomsten heeft.
2° De werknemer die samenwoont met een partner die geen beroeps- of
vervangingsinkomsten heeft.
In de gevallen 1° en 2° wijzigt de aanwezigheid van andere personen in het gezin
zijn toestand niet, zelfs al hebben deze personen inkomsten.
3° De werknemer die niet samenwoont met een echtgeno(o)t(e) of een partner, doch
uitsluitend met:
- |
één of meerdere kinderen, op voorwaarde dat hij tenminste voor één van deze
kinderen gerechtigd is op kinderbijslag;
|
- |
één of meerdere kinderen, op voorwaarde dat niemand van hen een beroeps- of
vervangingsinkomen heeft; |
- |
één of meerdere kinderen en andere bloed- of aanverwanten tot en met de derde
graad voor zover gelijktijdig aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
|
|
• |
hij is gerechtigd op kinderbijslag voor tenminste één kind; |
• |
de andere bloed- of aanverwanten beschikken noch over beroepsinkomsten, noch
over vervangingsinkomsten. |
|
- |
één of meer bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, die noch over
beroepsinkomsten, noch over vervangingsinkomsten beschikken.
|
In de gevallen bedoeld in dit punt 3° :
- |
wijzigt de aanwezigheid van andere personen in het gezin zijn toestand niet, op
voorwaarde dat deze personen niet beschikken over beroeps- of
vervangingsinkomsten; |
- |
Worden de onthaalouders van de werkloze gelijkgesteld met ouders. |
4° De alleenwonende werknemer die onderdak verleent aan een
regularisatieaanvrager die niet over een beroeps- of vervangingsinkomen beschikt
en ingeschreven is in het bevolkingsregister van het gemeentebestuur, op
voorwaarde dat de werknemer en de regularisatieaanvrager de RVA op de hoogte
brengen van de samenwoonst en van het feit dat de werknemer de
regularisatieaanvrager financieel ten laste neemt.
5°
De werknemer die alleen woont en:
- |
onderhoudsgeld betaalt op basis van hetzij een gerechtelijke beslissing, hetzij
een voor een notaris verleden akte in geval van een procedure van echtscheiding
of van scheiding van tafel en bed met wederzijdse instemming;
|
- |
vrijwillig onderhoudsgeld betaalt via een notariële akte (buiten een
echtscheidingsprocedure) voor zijn minderjarig kind of voor zijn behoeftig
meerderjarig kind;
|
- |
feitelijk gescheiden is en het zijn/haar echtgeno(o)t(e) toegelaten is om door
andere personen verschuldigde geldsommen te ontvangen (in toepassing van artikel
221 van het Burgerlijk Wetboek). |
6° Ongeacht zijn feitelijke gezinssituatie:
- |
de havenarbeider; |
- |
de werknemer uit het paritair subcomité voor de brandstoffenhandel; |
- |
de zeevisser; |
- |
de erkende vislosser en vissorteerder. |
7° De werknemer die, op de leeftijd van 50 of 55 jaar, recht heeft op een
aanvullende vergoeding ten laste van zijn voormalige werkgever na een
ploegenarbeid met nachtprestaties, gedurende de periode van vijf jaar tijdens
dewelke hij recht heeft op dit voordeel.
8° De ex-werknemer van SABENA : P.M
|
|
Echtgeno(o)t(e) : |
De situatie op 1 januari van dit jaar (cf. berekening bedrijfsvoorheffing)
invullen
|
Begindatum SWT : |
De dag waarop het SWT begint, invullen.
|
Datum van de betekening van de opzeg of van het
ontslag : |
1° ingeval van betekening van een opzeg :
- |
per aangetekende brief : datum van de derde werkdag volgend op de dag van
verzending van de aangetekende brief invullen; |
- |
bij gerechtsdeurwaardersexploot : datum van de dag van de overhandiging van het
exploot door de gerechtsdeurwaarder invullen. |
2° ingeval van een onmiddellijke ontslag : ontslagdatum vermeld in de
ontslagbrief invullen |
Type van onderneming : |
Type van onderneming invullen :
1° Algemeen regime : alle gevallen die niet beantwoorden aan één van de
hiernavolgende vermelde gevallen.
2° Onderneming erkend in herstructurering vanaf 15/10/2009 : onder onderneming in herstructurering
wordt verstaan de onderneming die voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
- |
de onderneming die een collectief ontslag doorvoert. Wordt beschouwd als
collectief ontslag, elk ontslag dat betrekking heeft op een bepaald aantal
werknemers, namelijk: |
|
• |
ten minste 10 % van de werknemers in ondernemingen met ten minste 100
werknemers;
|
• |
ten minste 10 werknemers in ondernemingen van meer dan 20 werknemers maar minder
dan 100 werknemers; |
• |
ten minste 6 werknemers in ondernemingen met meer dan 11 werknemers en maximaal
21 werknemers; |
• |
ten minste de helft van de werknemers in ondernemingen met maximaal 11
werknemers |
|
De onderneming dient dit collectief ontslag uit te voeren uiterlijk binnen de 6
maanden die volgen na de datum van erkenning als zijnde een onderneming in
herstructurering.
- |
de onderneming die, tijdens het jaar dat de aanvraag tot erkenning voorafgaat,
een aantal werkloosheidsdagen heeft gekend ten minste gelijk aan 20 % van het
totaal aantal dagen aangegeven voor de werklieden aan de Rijksdienst voor
Sociale Zekerheid (RSZ ). Deze bepaling is enkel van toepassing op de
ondernemingen waar ten minste 50 procent van de werknemers met een
arbeidsovereenkomst voor werklieden worden tewerkgesteld. |
Opmerking : als de onderneming werd erkend als onderneming in herstructurering
vóór 15/10/2009, zal de keuze moeten gemaakt worden tussen punt 1° of 3° ,
in functie van de situatie van de onderneming.
3° Ondernemingen in herstructurering met een collectief ontslag aangekondigd
vóór 15/10/2009.
Met aankondiging van een collectief ontslag bedoelt men de communicatie, door de
werkgever, van de intentie om over te gaan tot een collectief ontslag zoals
bedoeld in artikel 6 van de CAO n° 24 van 2 oktober 1975, d.w.z. de communicatie
van deze intentie aan de Ondernemingsraad, of bij gebrek eraan aan
vakbondsafvaardiging, of bij gebrek eraan aan de werknemers.
Indien het collectief ontslag aangekondigd werd vóór 15/10/2009, moet de
onderneming ook erkend zijn als onderneming in herstructurering (de datum is
niet van belang – voor de voorwaarden , zie hierboven). Deze precisiering is
belangrijk om het regime van de werkgeversbijdrage te bepalen (oud of nieuw
regime).
4° Onderneming erkend in moeilijkheden: een onderneming in moeilijkheden is een
onderneming die voor de belastingen in zijn jaarrekeningen een verlies uit de
gewone bedrijfsuitoefening boekt tijdens de twee boekjaren die de
erkenningsaanvraag vooraf gaan. Tijdens het laatste boekjaar overschrijdt dit
verlies het bedrag van de afschrijvingen en de waardevermindering op
oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa. Om van deze
bepaling te kunnen genieten, moet de onderneming de jaarrekeningen voorleggen
van de vijf boekjaren die de datum van de erkenningsaanvraag voorafgaan. Wanneer
de onderneming minder dan vijf jaar oud is, zijn enkel de jaarrekeningen vereist
die betrekking hebben op de jaren waarin de onderneming reeds bestond. Om een
erkenning te verkrijgen als onderneming in moeilijkheden moet de werkgever een
behoorlijk gemotiveerde aanvraag indienen bij de Minister van Werk. Indien de
gemotiveerde aanvraag alle vereiste elementen bevat, kan de Minister van Werk
voor een periode van maximaal twee jaar, de ondernemingen een erkenning verlenen
als zijnde een onderneming in moeilijkheden in het kader van het SWT.
5° Onderneming erkend in herstructurering (+ voorwaarden):
Onder 3 cumulatieve voorwaarden geldig vanaf 1 januari 2013 :
• het aangekondigd collectief ontslag betreft minstens 20 % van de werknemers;
• het collectief ontslag betreft hetzij alle werknemers van een technische
bedrijfseenheid, hetzij alle werknemers van
een afdeling van de onderneming;
• de technische bedrijfseenheid of de afdeling van de onderneming moet op de dag
van aankondiging van het collectief ontslag minstens 2 jaar bestaan.
|
Basisbrutoloon: |
Het bedrag van het basisbrutoloon moet zonder begrenzingsteken voor de
duizendtallen en met een komma als decimaal teken ingevuld worden.
Het bedrag van het basisbrutoloon is in principe geplafonneerd op 5.047,06
EURO per maand (situatie van toepassing vanaf 1 mei 2024), ook al is het
basisbrutoloon van de werknemer hoger dan dit bedrag. De werkgever kan evenwel,
op vrijwillige basis, dit plafond niet toepassen en bijgevolg een hoger bedrag
toepassen, bijvoorbeeld het werkelijke loon van de werknemer.
Men houdt in principe rekening met het basisbrutoloon van de laatste maand van
effectieve prestaties tenzij de werkgever en de werknemer iets anders
overeengekomen zijn.
Wanneer de werknemer niet per maand wordt betaald, wordt het brutoloon berekend
op basis van het normale uurloon. Het normale uurloon wordt bekomen door het
loon voor de normale prestaties van de maand te delen door het aantal normale
uren dat in deze periode werd gepresteerd. Het aldus bekomen resultaat wordt
vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren, voorzien door de wekelijkse
arbeidsregeling van de werknemer. Dit product, vermenigvuldigd met 52 en gedeeld
door 12, stemt overeen met het maandloon.
Het brutoloon van een werknemer die niet de hele refertemaand heeft gewerkt,
wordt berekend alsof hij aanwezig is geweest op alle arbeidsdagen die in de
refertemaand vallen. Wanneer een werknemer deeltijds werkt en wanneer hij niet
al die tijd heeft gewerkt, dan wordt zijn brutoloon berekend in functie van het
aantal arbeidsdagen dat in zijn contract voorzien is. De bedoeling is inderdaad
om een gemiddeld maandloon te berekenen.
Het brutoloon van de werknemer (betaald per maand of anders) wordt vermeerderd
met een twaalfde van het totaal van de contractuele premies en het veranderlijk
loon, waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt en aan de
werknemer betaald werden tijdens de twaalf maanden die aan het einde van de
arbeidsovereenkomst voorafgaan. Er moet wel geen rekening gehouden worden met de
eindejaarspremie en evenmin met het dubbel vakantiegeld. Men moet wel rekening
houden met de voordelen in natura die onderworpen zijn aan RSZ-bijdragen. Met
terugbetalingen van werkelijke kosten moet men geen rekening houden.
Het bedrag van het nettoreferteloon is gelijk aan het aldus bekomen
brutomaandloon verminderd met de persoonlijke socialezekerheidsbijdrage en de
fiscale inhouding, rekening houdend met de van kracht zijnde verminderingen van
toepassing op deze bijdrage en op de bedrijfsvoorheffing.
Er wordt daarentegen geen rekening gehouden met de bijzondere bijdrage voor de
sociale zekerheid.
|
Berekeningswijze van de bedrijfstoeslag : |
Met betrekking tot de berekeningswijze van de bedrijfstoeslag kunt u uit
de volgende mogelijkheden kiezen :
- |
of «wettelijke berekening»: dit is de basisberekeningsformule van de CAO
nr. 17 of van elke andere collectieve arbeidsovereenkomst die niet afwijkt van
de CAO nr. 17, d.w.z. vergoeding gelijk aan 50 % van het verschil tussen het
nettoloon en het bedrag van de werkloosheidsuitkering. |
- |
of «berekening conventioneel % »: hypothese waarin de sectorale CAO, de
ondernemingsCAO of de individuele overeenkomst een hoger % toekent dan de CAO
nr. 17 (bijvoorbeeld 70% van het verschil): |
a) eerst het vakje «berekeningswijze» invullen en vervolgens een %
vermelden in het vakje «percentage»
b) dan het vakje «type overeenkomst» aanvinken:
• |
Sector-cao of ondernemings-cao; |
• |
Individuele overeenkomst (geval waar de werkgever meer geeft dan wat voorzien is
door een sectorale of ondernemingsovereenkomt). Als het gaat om een individuele
overeenkomst, het vakje met of zonder «behoud in geval van hervatting»
aanvinken.
Deze bedrijfstoeslag wordt namelijk: |
|
< |
sociaal anders behandeld naargelang de individuele overeenkomst al dan niet
expliciet de doorbetaling van deze aanvullende vergoeding bij werkhervatting van
de werkloze met bedrijfstoeslag uitsluit; |
< |
fiscaal anders behandeld naargelang de individuele overeenkomst al dan niet
expliciet voorziet in de doorbetaling van deze aanvullende vergoeding bij
werkhervatting van de werkloze met bedrijfstoeslag. |
|
|
«met behoud in geval van hervatting»: werkgeversbijdrage en persoonlijke
inhouding op het vermelde bedrag + bedrijfsvoorheffing van 10,09 % |
|
«zonder behoud in geval van hervatting»: werkgeversbijdrage en persoonlijke
inhouding op het dubbel van het vermelde bedrag + bedrijfsvoorheffing van 26,75
% |
- |
of «gewaarborgd % van het netto» : geval waarin de werkgever zich ertoe
verbindt een totaal brutobrugpensioenbedrag te waarborgen dat gelijk is aan een
percentage van het laatste nettoloon. De brutovergoeding ten laste van de
werkgever is dan gelijk aan het verschil tussen dit % van het nettoloon en de
werkloosheidsuitkering. |
a) eerst het vakje «berekeningswijze» invullen en vervolgens een % vermelden in
het vakje «percentage»
b) dan het vakje «type overeenkomst» aanvinken:
• |
Sector-cao of ondernemings-cao; |
• |
Individuele overeenkomst (geval waar de werkgever meer geeft dan wat voorzien is
door een sectorale of ondernemingsovereenkomt). Als het gaat om een individuele
overeenkomst, het vakje met of zonder «behoud in geval van hervatting»
aanvinken.
Deze bedrijfstoeslag wordt namelijk: |
|
< |
sociaal anders behandeld naargelang de individuele overeenkomst al dan niet
expliciet de doorbetaling van deze aanvullende vergoeding bij werkhervatting van
de werkloze met bedrijfstoeslag uitsluit; |
< |
fiscaal anders behandeld naargelang de individuele overeenkomst al dan niet
expliciet voorziet in de doorbetaling van deze aanvullende vergoeding bij
werkhervatting van de werkloze met bedrijfstoeslag. |
|
|
«met behoud in geval van hervatting»: werkgeversbijdrage en persoonlijke
inhouding op het vermelde bedrag + bedrijfsvoorheffing van 10,09 % |
|
«zonder behoud in geval van hervatting»: werkgeversbijdrage en persoonlijke
inhouding op het dubbel van het vermelde bedrag + bedrijfsvoorheffing van 26,75
% |
- |
of «wettelijke berekening + aanvullend forfaitair bedrag» : geval waarin
de werkgever een aanvullende vergoeding toekent bovenop de wettelijke vergoeding
(cf. wettelijke berekening) |
a) eerst het vakje «berekeningswijze» invullen en vervolgens een bedrag
vermelden in het vakje «aanvullend bedrag werkgever»
b) dan het vakje aanstippen «type overeenkomst» :
• |
Sector-cao of ondernemings-cao; |
• |
Individuele overeenkomst (geval waar de werkgever meer geeft dan wat voorzien is
door een sectorale of ondernemingsovereenkomt). Als het gaat om een individuele
overeenkomst, het vakje met of zonder «behoud in geval van hervatting»
aanvinken.
Deze bedrijfstoeslag wordt namelijk: |
|
< |
sociaal anders behandeld naargelang de individuele overeenkomst al dan niet
expliciet de doorbetaling van deze aanvullende vergoeding bij werkhervatting van
de werkloze met bedrijfstoeslag uitsluit; |
< |
fiscaal anders behandeld naargelang de individuele overeenkomst al dan niet
expliciet voorziet in de doorbetaling van deze aanvullende vergoeding bij
werkhervatting van de werkloze met bedrijfstoeslag. |
|
|
«met behoud in geval van hervatting»: werkgeversbijdrage en persoonlijke
inhouding op het vermelde bedrag + bedrijfsvoorheffing van 10,09 % |
|
«zonder behoud in geval van hervatting»: werkgeversbijdrage en persoonlijke
inhouding op het dubbel van het vermelde bedrag + bedrijfsvoorheffing van 26,75
% |
|
De gemiddelde maandelijkse werkloosheidsuitkering : |
Het bedrag van de maandelijkse werkloosheidsuitkering die de werkloze met bedrijfstoeslag
ontvangt van de RVA bedraagt 60 % van zijn laatste brutomaandloon. Het
percentage van 60% zal steeds van toepassing zijn ongeacht zijn gezinstoestand
en zal ongewijzigd blijven gedurende de gehele periode van zijn SWT.
Het maandloon dat de RVA in aanmerking neemt, is het brutomaandloon dat de werkloze met
bedrijfstoeslag heeft ontvangen tijdens zijn laatste tewerkstelling. Het maandloon is begrensd tot een bedrag van 2.821,10 euro per maand
(bedrag geldig vanaf 1 mei 2024). Dit betekent dat de RVA geen rekening houdt met
het gedeelte van het maandloon dat dit bedrag overschrijdt.
De werkloze met bedrijfstoeslag heeft geen recht op de anciënniteitstoeslag.
De werkloze met bedrijfstoeslag die voltijds tewerkgesteld was en die meer dan 2.821,10 euro per maand verdiende,
geniet dus een maandelijkse werkloosheidsuitkering van 1.692,60 euro (bedrag geldig vanaf 1 mei 2024).
Dit bedrag geldt ook ingeval van een deeltijdse tewerkstelling die gelijkgesteld is met een voltijdse
tewerkstelling of ingeval van een deeltijdse tewerkstelling "met behoud van rechten" en de werkloze
met bedrijfstoeslag verdiende meer dan 2.821,10 euro per maand (bedrag geldig vanaf 1 mei 2024).
Om in de andere gevallen de maandelijkse werkloosheidsuitkering te kennen, kan U
contact opnemen met het dichtsbijgelegen RVA-kantoor. U vindt de adressen van de
RVA-kantoren op de website van de RVA: www.rva.fgov.be
|
Aanvulling SWT betaald door een sociaal fonds : |
In sommige paritaire comités wordt (een deel van) (de) aanvullende vergoeding
SWT betaald door een Sociaal Fonds dat opgericht werd in de schoot van
dat paritair comité. De hoofdschuldenaar is verantwoordelijk voor het aangeven
en betalen van de bijdragen en inhoudingen berekend op de
som van alle uitbetaalde aanvullende vergoedingen. De hoofdschuldenaar is
diegene die de hoogste aanvullende vergoeding betaalt.
Van de regel van de hoofdschuldenaar kan evenwel afgeweken worden door een
collectieve arbeidsovereenkomst (zie hfdst. 21 van de sectorale documentatie
waartoe u toegang hebt via uw toegangscode tot onze documentatie). Deze
afwijking is enkel mogelijk wat betreft de betaling van de werkgeversbijdrage.
Opgelet, Senior Sim laat niet toe om met deze afwijkende
regel rekening te houden.
Voor de bedrijfsvoorheffing, zijn de volgende regels van toepassing :
1. Als zowel het fonds als de werkgever een aanvulling betaalt op basis van CAO nr. 17, een sectorale CAO of
een bedrijfs-CAO (= wettelijk), dan moet de hoofdschuldenaar de
bedrijfsvoorheffing berekenen en doorstorten op:
• |
het bedrag van de werkloosheidsuitkering; |
• |
verhoogd met het bedrag van de bedrijfstoeslag (fonds + werkgever). |
In dat geval moet het niet-hoofdschuldenaar geen bedrijfsvoorheffing berekenen noch doorstorten.
Als de werkgever daarenboven nog een aanvulling betaalt op basis van een individuele overeenkomst (=
extralegaal) dan moet de werkgever enkel op deze aanvulling de
bedrijfsvoorheffing berekenen en doorstorten.
2. Als het fonds een aanvulling 2. Als het fonds een aanvulling betaalt op basis van CAO nr. 17 of een sectorale CAO (= wettelijk) en de
werkgever betaalt daarenboven een aanvulling op basis van een individuele
overeenkomst (= extralegaal) :
• |
dan moet het fonds de bedrijfsvoorheffing verschuldigd op het bedrag van de
werkloosheidsuitkering verhoogd met het aandeel van het FBZ (= wettelijk)
berekenen en doorstorten ; |
• |
moet de werkgever de bedrijfsvoorheffing slechts berekenen en doorstorten op de
aanvulling die hij betaalt. |
Besluit : het is dus belangrijk te weten welke de rechtsbron is van het
toegekende bedrag.
|
Compenserende bijdrage SWT bestemd voor de
RSZ
: |
De paritaire comités kunnen C.A.O.'s sluiten tot verlaging van de
leeftijd van het SWT naar 56 jaar op voorwaarde dat de werknemer zich op 33 jaar
loontrekkende of gelijkgestelde arbeid kan beroepen en bewijst dat hij:
- |
hetzij gedurende ten minste 20 jaar in een stelsel van ploegenarbeid met
nachtprestaties heeft gewerkt zoals bedoeld in artikel 1 van de C.A.O. nr. 46
van 23 maart 1990 . Deze C.A.O. nr.46 voorziet bijzondere maatregelen voor de
bepaalde vormen van ploegenarbeid met nachtprestaties (onder meer een financiële
tegemoetkoming) |
- |
hetzij tewerkgesteld wordt door een werkgever die behoort tot de bouwsector (PC
nr. 124) en dat hij beschikt over een getuigschrift, opgesteld door een
arbeidsgeneesheer, dat zijn ongeschiktheid bevestigt om de beroepsactiviteit
verder te zetten. |
Om de kost van de verlaging van de leeftijd van het SWT te compenseren, is de
werkgever verplicht om een bijzondere maandelijkse compenserende
werkgeversbijdrage te betalen die bestemd is voor de sector werkloosheid.
Het bedrag van de bijzondere bijdrage wordt als volgt vastgesteld:
- |
50% van de aanvullende vergoeding voorzien in de C.A.O.; |
- |
33% van deze aanvullende vergoeding voor de werkloze met bedrijfstoeslag die worden
vervangen door een uitkeringsgerechtigde volledige werkloze die deze
hoedanigheid sinds een jaar bezit. |
De bijdrage is verschuldigd tot en met de maand waarin de werkloze met bedrijfstoeslag de
leeftijd van 58 jaar bereikt.
Opmerking :deze compenserende bijdrage is niet meer verschuldigd voor de nieuwe SWT. Het gaat om de volgende gevallen SWT ingegaan vanaf 1 april 2010 EN ingevolge opzeg of onmiddellijk ontslag betekend vanaf 16/10/2009.
|
|